Difference between revisions of "Afrikaans and Dutch/Pending tests"

From Apertium
Jump to navigation Jump to search
Line 2: Line 2:
===Noun phrases===
===Noun phrases===


* {{test|nl|Een huis|}}
* {{test|nl|Een huis.|'n Huis.}}
* {{test|nl|Huizen|}}
* {{test|nl|Huizen.|Huise.}}
* {{test|nl|De rode appel.|}}
* {{test|nl|De rode appel.|Die rooi appel.}}
* {{test|nl|Een rode appel.|}}
* {{test|nl|Een rode appel.|'n Rooi appel.}}
* {{test|nl|Een rode appel.|}}
* {{test|nl|Het rode huis.|Die rooi huis.}}
* {{test|nl|Het rode huis.|}}
* {{test|nl|Een rood huis.|'n Rooi huis.}}
* {{test|nl|Een rood huis.|}}
* {{test|nl|Rode huizen.|Rooi huise.}}
* {{test|nl|Rode huizen.|}}
* {{test|nl|Openbaar vervoer.|}}
* {{test|nl|Openbaar vervoer.|}}
* {{test|nl|Het openbaar vervoer.|}}
* {{test|nl|Het openbaar vervoer.|}}
* {{test|nl|Het openbare vervoer van Amsterdam.|}}
* {{test|nl|Het openbare vervoer van Amsterdam.|}}
* {{test|nl|Een groot man.|}}
* {{test|nl|Een groot man.|'n Groot man.}}
* {{test|nl|Een grote man.|}}
* {{test|nl|Een grote man.|'n Groot man.}}
* {{test|nl|Een talentvol schrijver.|}}
* {{test|nl|Een talentvol schrijver.|}}
* {{test|nl|Een houten stoel.|}}
* {{test|nl|Een houten stoel.|}}
Line 60: Line 59:
* {{test|nl|Ik ben ouder dan jij.|Ek is ouer as jy.}}
* {{test|nl|Ik ben ouder dan jij.|Ek is ouer as jy.}}
* {{test|nl|Wat is er nou weer dan?|}}
* {{test|nl|Wat is er nou weer dan?|}}
* {{test|nl|Er zijn geen huizen in deze straat.|}}
* {{test|nl|Er zijn geen huizen in deze straat.|Daar is geen huise in dié straat nie.}}
* {{test|nl|Hij is ziek.|Hy is siek.}}
* {{test|nl|Hij is ziek.|Hy is siek.}}
* {{test|nl|Ik weet dat hij ziek is.|Ek weet dat hy siek is.}}
* {{test|nl|Ik weet dat hij ziek is.|Ek weet dat hy siek is.}}

Revision as of 22:09, 9 November 2010

Noun phrases

  • (nl) Een huis. → 'n Huis.
  • (nl) Huizen. → Huise.
  • (nl) De rode appel. → Die rooi appel.
  • (nl) Een rode appel. → 'n Rooi appel.
  • (nl) Het rode huis. → Die rooi huis.
  • (nl) Een rood huis. → 'n Rooi huis.
  • (nl) Rode huizen. → Rooi huise.
  • (nl) Openbaar vervoer.
  • (nl) Het openbaar vervoer.
  • (nl) Het openbare vervoer van Amsterdam.
  • (nl) Een groot man. → 'n Groot man.
  • (nl) Een grote man. → 'n Groot man.
  • (nl) Een talentvol schrijver.
  • (nl) Een houten stoel.
  • (nl) Het stenen huis.
  • (nl) Metalen lampen.
  • (nl) Ik heb geen bezwaar.
  • (nl) Dit is geen huis.
  • (nl) Dit boek is voor jou. → Dié boek is vir jou.

Questions and interrogatives

  • (nl) Versta je mij? → Verstaan jy my?
  • (nl) Heb jij dat gezegd? → Het jy dit gesê?
  • (nl) Wie mag ik helpen?

Adjectives

  • (nl) Kijk, wat een groot gebouw! → Kyk, wat 'n groot gebou!
  • (nl) Grote mensen en kinderen. → Grootmense en kinders.

Adverbs

  • (nl) Ze wonen hier. → Hulle woon hier.
  • (nl) Ik spreek geen Engels → Ek praat nie Engels nie.

Prepositions

  • (nl) Landen zoals Engeland en Frankrijk. → Lande soos Engeland en Frankryk.
  • (nl) De gebouwen van een stad. → Die geboue van 'n stad.

Tenses

  • (nl) Ik heb al gegeten. → Ek het al geëet.
  • (nl) Hij heeft een huis gekocht. → Hy het 'n huis gekoop.
  • (nl) Ik heb de boter gesmolten.
  • (nl) De boter is gesmolten.

Other

  • (nl) De trein vertrekt om elf uur. → Die trein vertrek om elf uur.
  • (nl) Ik weet niet of ik moet vertrekken of dat ik het haar moet uitleggen.
  • (nl) Hij is steeds aan het werken. → Hy is steeds aan die werk.
  • (nl) Ik ben ouder dan jij. → Ek is ouer as jy.
  • (nl) Wat is er nou weer dan?
  • (nl) Er zijn geen huizen in deze straat. → Daar is geen huise in dié straat nie.
  • (nl) Hij is ziek. → Hy is siek.
  • (nl) Ik weet dat hij ziek is. → Ek weet dat hy siek is.
  • (nl) Hij kan geen Afrikaans spreken. → Hy kan nie Afrikaans praat nie.
  • (nl) Ik wil dit niet doen. → Ek wil dit nie doen nie.